BOXTEL - De rechtbank Oost-Brabant heeft drie mannen uit Litouwen (34, 37 en 41 jaar) veroordeeld tot gevangenisstraffen van 15 jaar. Ze pleegden in januari 2021 een overval op een bed en breakfast in Boxtel en gebruikten daarbij zoveel geweld tegen de eigenaar, dat die kwam te overlijden.


Eén van de verdachten verbleef eerder in de B&B en betaalde hier contant voor. Hij dacht daarom dat er wel geld viel te halen en vertelde dit tegen de medeverdachten. Later die bewuste nacht reden ze vanuit Duitsland naar Boxtel. Daar parkeerden ze bij de woning, liepen naar de voordeur en belden aan. Toen de eigenaar opendeed, pakten twee verdachten hem vast, overmeesterden hem en sleepten hem naar de woonkamer waar zijn handen werden vastgebonden met tiewraps. De verdachten doorzochten vervolgens de woning en haalden alles overhoop.

Uit camerabeelden blijkt dat ze ongeveer een uur binnen zijn geweest. In die tijd schopten en sloegen alle verdachten het slachtoffer meerdere keren om hem aan de praat te krijgen over waar het geld verborgen was. Eén verdachte hield hem langere tijd in bedwang met een knie in zijn hals. Ook drukte hij herhaaldelijk de mond van het slachtoffer dicht om te voorkomen dat hij zou gaan schreeuwen. De verdachten maakten het slachtoffer uiteindelijk vast aan een verwarmingsbuis en gingen er vandoor met geld en wijn. Het slachtoffer had zeer veel en complexe breuken aan onder meer de ribben, met een klaplong als gevolg, en kwam daardoor te overlijden.

DNA


Op de pyjama van het slachtoffer, de tiewraps en een aantal spullen in de woning werd DNA-materiaal aangetroffen van de verdachten. Ze bekenden de daad. Volgens de verdediging moeten ze gestraft worden voor de overval, maar vrijgesproken van (gekwalificeerde) doodslag omdat zij het slachtoffer niet opzettelijk hebben gedood. De rechtbank ziet dit anders.

De verdachten waren inderdaad niet van plan om de B&B-eigenaar om het leven te brengen; ze wilden enkel geld stelen. Ze gebruikten daarbij echter zeer veel en hevig geweld tegen het slachtoffer, lieten hem vervolgens gewond en vastgebonden achter en maakten zijn mobiele telefoon kapot. Hiermee aanvaardden de verdachten de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zou overlijden. Omdat ze dit alles deden om weg te komen met de overval, is er volgens de rechtbank sprake van gekwalificeerde doodslag.

Medeplegen

De verdachten hadden allemaal hun eigen rol in de overval en het geweld. Voor de strafmaat maakt dit echter niet uit. De rechtbank oordeelt namelijk dat sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de mannen. Niemand distantieerde zich op enig moment van het geweld, weerhield een medeverdachte ervan geweld te gebruiken of schakelde hulpdiensten in. De rechtbank ziet de verdachten dan ook als medeplegers en houdt ze alle drie verantwoordelijk voor de gewelddadige overval en de gevolgen daarvan.

Angst, pijn en machteloosheid

Bij het bepalen van de straffen houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachten het slachtoffer zwaar toetakelden en hem in hulpeloze en mensonterende toestand achterlieten. De wijze waarop dit gebeurde, alleen voor geld, is beestachtig en gruwelijk en getuigt van een volkomen gebrek aan respect voor de waarde van het leven van een medemens. Het slachtoffer doorstond in zijn laatste momenten onbeschrijfelijk veel angst, pijn en machteloosheid. De nabestaanden is onherstelbaar leed en verdriet toegebracht, enkel en alleen vanwege 'een paar rotcenten', zoals ze in hun slachtofferverklaringen zeiden.

De rechtbank vindt langdurige celstraffen dan ook op zijn plaats. Daarbij houdt de rechtbank, anders dan de officier van justitie bij haar eis (18 jaar), rekening met de nieuwe regeling voorwaardelijke invrijheidstelling. Dit betekent dat de verdachten niet eerder dan na 13 jaar van hun detentie in aanmerking kunnen komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling.