NEDERLAND - De bestrijding van georganiseerde misdaad wordt in de regio met jaarlijks 40 miljoen euro versterkt. Elke regio in Nederland heeft zijn eigen unieke kenmerken en dat vergt ook een specifieke aanpak van criminaliteit. Deze moet volgens minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid verder worden uitgebouwd.


Zo wordt in regio’s met veel logistieke bedrijvigheid – van zeehavens en vliegvelden tot plezierjachthavens - de strijd tegen internationale drugssmokkel opgevoerd, wordt in het grensgebied met buurlanden opgetrokken om te voorkomen dat criminelen daar onder de radar verdwijnen en wordt op het platteland de weerbaarheid van boeren vergroot tegen crimineel gebruik van hun schuren voor productie van drugs.

,,Criminelen maken misbruik van de situatie die ze krijgen. Ze nestelen zich in onze woonwijken, bedrijven en buitengebieden om hun illegale praktijken uit te voeren als we niet uitkijken. In de regio pakken we de misdaad bij de bron aan en doorbreken we de structuren voordat complete criminelen netwerken kunnen ontstaan. Drugslabs ontmantelen we niet alleen op het platteland, maar de aanvoer van grondstoffen en de export van pillen via onze havens willen we ook stoppen, criminele geldstromen doorsnijden en voorkomen dat jongeren door drugsdealers in een misdaadcarrière worden geronseld.’’aldus minister Yeşilgöz-Zegerius.

In de aanpak van zware misdaad gaat het om voorkomen, doorbreken van criminele netwerken en verdienmodellen, bestraffen en beschermen. Om tegen te gaan dat georganiseerde criminaliteit onze veilige samenleving ondermijnt, is zowel een landelijke als een regionale en lokale aanpak nodig met gemeenten, politie, Openbaar Ministerie (OM), maar ook met ondernemers en buurtbewoners. Er wordt daarom veel geld uitgetrokken om de aanpak op alle fronten uit te bouwen en de georganiseerde (drugs)criminaliteit terug te dringen. In het coalitieakkoord trekt dit kabinet jaarlijks meer geld uit: oplopend naar een bedrag van structureel 100 miljoen euro vanaf 2025. Dit geld komt bovenop de jaarlijkse 434 miljoen euro die met Prinsjesdag 2021 door het vorige kabinet structureel is vrijgemaakt.

Regionale Informatie- en Expertise Centra

De 40 miljoen euro voor de regionale versterking komt uit de Prinsjesdaggelden. Hiervan wordt 10 miljoen euro extra geïnvesteerd in de organisaties van de 10 zogenoemde Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s) en het Landelijk Informatie en Expertise Centrum (LIEC). In de RIEC’s werken alle betrokken partners in een regio samen in de bestrijding van misdaad, zoals gemeenten, provincies, politie, OM, Belastingdienst, Douane, FIOD, Arbeidsinspectie en Koninklijke Marechaussee. Door samen te werken en expertise te delen, hebben deze partijen steeds beter in het vizier wat er lokaal en regionaal speelt aan georganiseerde criminaliteit en de ondermijnende effecten daarvan.

Verder wordt 30 miljoen euro geïnvesteerd om de samenwerking, de kennisdeling en de uitvoering te versterken in de regio. Per RIEC komt er ieder jaar tussen de 2,5 en 3 miljoen euro extra beschikbaar om de aanpak in hun regio te versterken. Minister Yeşilgöz-Zegerius heeft de RIEC’s gevraagd hiervoor voorstellen te doen. De partners binnen de RIEC’s kunnen het beste gezamenlijk bepalen wat er nodig is aan capaciteit, inzet van nieuwe technieken en andere instrumenten in hun gebied. Gaat het om meer bestuurlijke interventies, inzet op strafrechtelijk gebied van de politie en het OM en/of bijvoorbeeld op fiscaal terrein door de Belastingdienst en in het toezicht door Douane? Naar verwachting zullen de plannen van de RIEC’s voor de versterking in het najaar gereed zijn.