ERP - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 24-jarige man uit Veghel veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, een taakstraf van 240 uur en een rijontzegging van 2 jaar. Hij veroorzaakte in Erp een verkeersongeval waarbij twee inzittenden zwaargewond raakten.


De man was in juli 2020 op een feestje in Erp, dronk daar bier en maakte vervolgens met twee jonge vrouwen een ritje in zijn nieuwe auto. Toen hij over het Looieind reed, verloor hij in een bocht de macht over het stuur en raakte van de weg. De auto schampte eerst een boom en botste vervolgens tegen een andere boom, een elektriciteitshuisje en een lichtmast.
Eén van de jonge vrouwen liep bij de botsing een dwarslaesie op en zal nooit meer kunnen lopen. Het andere slachtoffer had een gebroken enkel en moest worden geopereerd. Ook schoot haar elleboog uit de kom en was een pees gescheurd.

Op de betreffende weg geldt een maximumsnelheid van 60 km/uur. Niet is vast te stellen hoe hard de man exact reed op het moment van de botsing. Volgens de rechtbank is er echter wel voldoende bewijs dat hij te hard reed. Drie deskundigen van het NFI stellen dat de auto op het moment dat hij de boom raakte minstens 73 km/uur moet hebben gereden. Zij baseren hun conclusie mede op basis van botsproeven. Ook de twee slachtoffers verklaren dat de man "heel hard" reed. Daarnaast ging hij er vanuit dat hij op die plek 80 km/uur mocht rijden.
Naast de te hoge snelheid bleek uit een bloedproef dat de man ruim 4 keer de toegestane hoeveelheid alcohol had gedronken. Dit alles maakt dat er volgens de rechtbank sprake is van zeer onvoorzichtig rijgedrag.

Mening slachtoffers

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de twee jonge vrouwen als gevolg van het ongeval zwaar lichamelijk letsel opliepen. Eén van hen kan de rest van haar leven niet meer lopen en moest haar studie, (bij)banen en woning opgeven. Ook op de familieleden van de slachtoffers heeft het verkeersongeval nog altijd grote impact. Verder weegt mee dat de man niet eerder een verkeersdelict beging en dat hij zich zeer bewust is van de grote gevolgen van zijn handelen.

De rechtbank legt de man een geheel voorwaardelijke celstraf op. Hierbij betrekt de rechtbank uitdrukkelijk de mening van de beide slachtoffers, die aangaven dat de man wat hen betreft niet naar de cel hoeft voor wat hij heeft gedaan. De rechtbank vindt een voorwaardelijke celstraf van een half jaar en de maximale taakstraf van 240 uur op zijn plaats. Daarnaast krijgt de man een rijontzegging van 2 jaar.