De verdachte en het slachtoffer hadden eerder een relatie met elkaar, die was beëindigd. Al eerder is hij veroordeeld voor het mishandelen van het slachtoffer. Daarna heeft de verdachte meerdere pogingen ondernomen om weer met haar in contact te komen, terwijl zij dat niet wilde. Zo reed hij onder andere naar haar werk en heeft daar zichtbaar in zijn auto op de parkeerplaats staan wachten. Op deze manier probeerde hij contact met het slachtoffer af te dwingen.
In januari 2025 liep de vrouw dicht achter de auto van de verdachte langs, toen hij besloot achteruit te rijden. Daarna reed hij nog eens enkele meters door. Vervolgens stopte hij en reed vooruit weg. De vrouw bleef op het wegdek liggen.
Auto als wapen
De rechtbank vindt dit zeer ernstig en oordeelt dat de verdachte zijn auto als wapen gebruikte. Dat hij met zijn handelen een kwetsbare verkeersdeelnemer zou kunnen aanrijden met de dood als mogelijk gevolg heeft hij daarmee aanvaard. Met het slachtoffer is het vervolgens relatief goed afgelopen. Dat haar verwondingen maar gering waren, komt zeker niet door het gedrag van de verdachte.
Tijdens de zitting eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van 18 maanden. Dat doet volgens de rechtbank onvoldoende recht aan de ernst en de omstandigheden. Daarom legt de rechtbank een gevangenisstraf op van 24 maanden en een rij-ontzegging van 18 maanden.
Contactverbod en gebiedsverbod
In de voorgeschiedenis tussen de verdachte en het slachtoffer ziet de rechtbank aanleiding om een contactverbod op te leggen voor de duur van drie jaar. De verdachte mag op geen enkele wijze contact opnemen met het slachtoffer en haar twee dochters.
Verder legt de rechtbank ook een gebiedsverbod op voor drie jaar. Tijdens die periode mag hij niet in ’s-Hertogenbosch komen. De rechtbank betrekt daarbij ook dat de verdachte zelf aangaf dat hij niets in ’s-Hertogenbosch te zoeken heeft. Voor elke keer dat de verdachte één van de maatregelen overtreedt, zal er een celstraf worden opgelegd van veertien dagen.