DEN BOSCH - In het onderzoek naar de explosie bij de woning van een politieagent werd bijvoorbeeld DNA aangetroffen op de plaats-delict. Maar hoe worden dat soort onderzoeken eigenlijk aangepakt? Die vraag - en meer - legden wij voor aan Ruben , forensisch coördinator bij de politie Oost-Brabant en onder meer betrokken bij DNA-onderzoeken door de politie. Lees snel verder als je meer wilt weten.


Horen dit soort onderzoeken niet thuis bij het NFI (Nederlands Forensisch Instituut)?

De politie voert sinds 1 juli van dit jaar meer DNA-vooronderzoek zelf uit en heeft daarmee een klein deel van het werk van het NFI overgenomen. Het is een stap die de hele strafrechtketen voordeel moet opleveren. Wanneer het gaat om complex(er) DNA-onderzoek, sturen wij een sporendrager rechtstreeks naar het NFI toe.

Hoe wordt een DNA-onderzoek door de politie aangepakt?
Wij maken onderscheid tussen sporen en sporendragers. Bij een spoor moet je denken aan bijvoorbeeld een bloedspat op een plaats delict. Bij een sporendrager moet je denken aan een voorwerp of object, bijvoorbeeld een mes. Zo’n mes kunnen wij ter plaatse bemonsteren (dan nemen wij er ter plaatse sporen vanaf), maar dit mes kan ook worden onderzocht in het laboratorium. Dit kan ons eigen politielab, waar wij DNA-vooronderzoekers hebben, zijn of een extern onderzoeksinstituut, zoals het NFI of TMFI.

Bij hoeveel opsporingszaken in bijvoorbeeld Oost-Brabant speelt DNA-onderzoek een rol?
In tal van zaken speelt DNA-onderzoek een rol. Denk aan inbraken, overvallen, zedenzaken en grote onderzoeken. Ook in cold cases kan DNA-onderzoek de nodige puzzelstukjes opleveren. Regelmatig wordt een zaak opgelost door bewijsmateriaal aan de hand van DNA-onderzoek of hebben we snel een richting in het onderzoek gekregen door DNA van een dader.