DEN BOSCH - De militaire kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag Marco K. veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur en een geldboete van € 120,00. K. moet ook een schadevergoeding (smartengeld) betalen aan 2 agenten.


Het hof heeft bewezenverklaard dat K. zich op 3 maart 2019, tijdens carnaval, in Den Bosch heeft schuldig gemaakt aan wildplassen.

Toen hij daarvoor werd bekeurd, heeft K. zijn geslachtsdeel aan een agente getoond en daarmee zwaaiende bewegingen in haar richting gemaakt. Omdat hij geen seksueel getinte bedoeling had spreekt het hof – anders dan de militaire kamer van de rechtbank had geoordeeld – K. vrij van schennis van de eerbaarheid. Wel is bewezen dat deze gedraging beledigend voor de politieagente was.

Ook heeft het hof bewezenverklaard dat K. bij zijn aanhouding een politieagent opzettelijk een kopstoot heeft gegeven.

Verweren
Volgens de verdediging moet de wildplas-bepaling uit de APV Den Bosch buiten beschouwing worden gelaten, omdat K. lijdt aan een urologische aandoening. De gemeente zou niet voor voldoende plasgelegenheden hebben gezorgd. Van nabijgelegen horecagelegenheden kon geen gebruik gemaakt worden, omdat de straat was afgesloten. Daarom zou ook geen sprake zijn van schuld bij K. De processen-verbaal van politie zijn volgens de verdediging onbetrouwbaar. Het hof heeft deze verweren verworpen.

Verder is het volgens het hof niet aannemelijk geworden dat K. een kopstootbeweging in een reflex heeft gegeven, doordat hij bij zijn aanhouding psychisch in een dissociatieve staat zou zijn geraakt als gevolg van een pijnlijke en verkeerde wijze van boeien.

De strafoplegging
K. heeft als officier van de Koninklijke Landmacht en als publiek figuur een voorbeeldfunctie. Het hof rekent hem aan dat hij zich agressief en respectloos heeft gedragen jegens politiemensen die op dat moment hun werk deden.

K. is tijdens de gebeurtenissen gewond geraakt, zonder dat de oorzaak daarvan kan worden vastgesteld. Ook heeft deze zaak gevolgen voor zijn werk gehad. Het hof houdt daarmee en met zijn overige persoonlijke omstandigheden rekening bij de bepaling van de strafmaat.