VUGHT - De burgemeester van Vught mag een woning waar 200 kilo vuurwerk werd aangetroffen voorlopig niet sluiten. Dat bepaalde de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant vandaag.

De politie trof op 18 december jl. 200 kilo vuurwerk en grondstoffen voor vuurwerk aan in de woning. De bewoner werd daarvoor opgepakt. Ook in de schuur bij de woning van zijn moeder lag illegaal vuurwerk opgeslagen. De burgemeester besloot vervolgens dat de woning van de man 3 maanden op slot zou gaan. De man, zijn vrouw en hun minderjarige dochter mochten vanaf 30 december niet meer naar binnen. De bewoners maakten bezwaar tegen dit besluit en verzochten de rechter een voorlopige voorziening te treffen. Omdat er op korte termijn geen mogelijkheid was de zaak te behandelen, de burgemeester niet bereid was om te wachten met de sluiting van de woning en omdat het besluit voor de bewoners grote gevolgen heeft, trof de voorzieningenrechter een ordemaatregel. Hiermee werd het besluit van de burgemeester geschorst. Dit betekent dat de woning niet mocht worden gesloten tot er een uitspraak is van de voorzieningenrechter. In de tussentijd verkortte de burgemeester de sluitingstermijn tot 1 maand.

Volgens de burgemeester vormt de aanwezigheid van het vuurwerk een groot gevaar voor de bewoners en omwonenden. De woning was namelijk niet ingericht om vuurwerk op te slaan en ligt in een woonwijk. Het zelfgemaakte vuurwerk was daarbij instabiel. De opslag en de kans op een explosie is een ernstige aantasting van de rechtsorde en zorgt voor sterke gevoelens van onveiligheid en angst in de omgeving, stelt de burgemeester.

De bewoners voeren aan dat de burgemeester zijn besluit onzorgvuldig heeft genomen. Hij hield volgens de bewoners onder meer geen rekening met de belangen van het gezin en met de heersende coronacrisis. Ook zou de burgemeester voorbij zijn gegaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Oordeel
De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester bevoegd is de woning te sluiten. Zij begrijpt ook dat de burgemeester duidelijk wil maken dat de opslag van zoveel vuurwerk in een woning volstrekt niet wordt getolereerd en dat hiertegen moet worden opgetreden. Gelet daarop is het begrijpelijk dat de burgemeester heeft willen ingrijpen om de veiligheid en rust in de omgeving van de woning te herstellen.

Volgens de voorzieningenrechter ging de burgemeester daarbij echter wel voorbij aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. De wet schrijft namelijk voor dat een woning alleen kan worden gesloten als er geen minder ingrijpende middelen kunnen worden ingezet om de openbare orde te herstellen. In dit geval maakte de burgemeester niet aannemelijk dat de sluiting noodzakelijk is om een einde te maken aan de verstoring van de openbare orde. Nadat het vuurwerk uit de woning was gehaald en vernietigd, was er geen concreet en reëel gevaar meer voor de openbare orde. De voorzieningenrechter hecht er daarnaast veel waarde aan dat de man tijdens de ‘vuurwerkperiode’ rond Oud en Nieuw in detentie zat. Ook motiveerde de burgemeester onvoldoende waarom er geen minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn, zoals controles of aanwijzingen in de aanloop van en tijdens de vuurwerkperiode 2021.

Al met al heeft het bezwaar van de bewoners een redelijke kans van slagen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom toe en bepaalt dat het besluit van de burgemeester om de woning te sluiten, is geschorst tot 6 weken na bekendmaking van zijn beslissing op het bezwaar.