VUGHT/VLIJMEN - De coronasteun-aanvragen die twee brood- en banketwinkels uit Vlijmen en Vught hebben gedaan, zijn door de minister terecht afgewezen. Dit beslist de rechtbank Oost-Brabant.


De minister had de aanvragen afgewezen omdat ze te laat waren ingediend. Volgens de directeur van het bedrijf berustte dat op een misverstand. Behalve van de bakkerswinkels is hij ook directeur van een groter bedrijf dat brood en banket produceert. Hij dacht dat het niet nodig was om een aparte aanvraag te doen voor de winkels, omdat hij eerder al een aanvraag had gedaan voor het grotere bedrijf. Volgens hem loopt hij door deze fout veel coronasteun mis.

De rechtbank ziet geen ruimte voor de minister om af te wijken van de uiterste aanvraagdata in de NOW-regeling. In de regeling is namelijk dwingend voorgeschreven dat een te laat ingediende aanvraag om subsidie moet worden afgewezen. Ook is er geen clausule in opgenomen die het mogelijk maakt om in schrijnende gevallen een uitzondering te maken. De wetgever heeft bewust geen clausule opgenomen, omdat de NOW een noodmaatregel is die snel een eenvoudig moest kunnen worden ingevoerd om een zeer groot aantal werkgevers te kunnen helpen. Hierdoor heeft de NOW-regeling noodgedwongen een generiek en grofmazig karakter en kan niet steeds maatwerk worden geboden.

Ook voldoen de aanvragen niet aan het buitenwettelijk begunstigende beleid van de minister dat onder bijzondere omstandigheden (een calamiteit of bij overmacht) een te late aanvraag toch in behandeling kan worden genomen. Er was geen sprake van een vergissing bij de aanvragen, maar van voortschrijdend inzicht. In zo'n geval is er geen ruimte om een uitzondering te maken en mocht de minister de aanvragen afwijzen.